Bij de voorstelling van zijn beleidsverklaring op de novemberzittingen in de provincieraad heeft gedeputeerde Gilbert Van Baelen (Open VLD) een stand van zaken over de mijnsite van Beringen opgemaakt. Er zijn twijfels gerezen bij de private partners over de haalbaarheid van het businessplan dat voorligt. Maar volgens Van Baelen zal in december duidelijk worden of ze ermee doorgaan of niet. De gedeputeerde had een gekookt ei meegebracht voor provincieraadslid Ludo Lespoix (VB). Lespoix stelde in het verleden kritische vragen over de mijnsite van Beringen. En dat was dit keer niet anders. Lespoix zorgde voor een gevatte repliek. Hij had het op een akkoordje gegooid met voorzitter Jos Claessens (Open VLD) en liet de lichten in de raadszaal gedurende 30 seconden doven. Er ontstond rumoer in de zaal. "19 jaar geleden ging het “licht” uit in de ondergrond van Beringen, ook toen was er een verontwaardiging bij de mijnwerkers. Voor jullie gaat het “licht” dadelijk terug aan", zo verraste Lespoix.Hij haalde ook aan dat het jammer is dat in de huidige plannen de ondergrondsimulatie wegvalt, terwijl zeven op de tien bezoekers van het Vlaams Mijnmuseum de ondergrond wil zien. En hij ging door op zijn elan: "De investeringen in het verleden konden door de “restmiddelen” van de Limburgse mijnwerkers gebeuren in Bokrijk, het Pliniusproject, Herckenrode, en in het Gallo Romeins museum, voor investeringen in een Mijnmuseum in Beringen moesten we 19 jaar wachten, nu komen er daar nog eens 10 jaren bij".
Lespoix besloot met de stille hoop dat er volgend jaar - 20 jaar na de sluiting - een herdenking komt in Beringen-Mijn.
Gedeputeerde Gilbert Van Baelen kondigde nog aan dat hij, in samenwerking met de Erfgoedcel, werkt aan een masterplan voor de Mijnstreek, dat hij in december wil voorstellen. Het is de bedoeling dat de gemeentebesturen met een mijnverleden gaan samenwerken en samen actie ondernemen om het mijnverleden in ere te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten